
Een delegatie van Merelbeke-Melle ondertekende vandaag een stedenband met Kalush, een stad in het westen van Oekraïne en op meer dan duizend kilometer van het oostfront.
Maar ook hier, waar het luchtalarm nauwelijks loeit en de raketinslagen beperkt bleven, tellen ze wel degelijk hun doden. Zondagmiddag werden bloemen neergelegd op een kerkhof in de stad. “Momenteel vechten meer dan 4.000 inwoners aan het front, tellen we 265 doden en zijn er vandaag nog steeds 120 soldaten vermist”, somt burgemeester van Kalush Andrii Mayda op.
Egbert Lachaert legde samen met hem en met de ambassadeur van België in Oekraïne bloemen neer aan het monument voor de oorlogsslachtoffers. Op elk graf prijkt de blauw-gele vlag van het land, symbool voor de blauwe lucht en de gouden korenvelden. En de zwart-rode vlag, als je de vlag doordrenkt met bloed vormt ze symbool voor de oorlogsvlag van het land. Hun verhaal is vandaag het levenswerk van militair Ineuvele Mykolabilous. Samen met een aantal vrijwilligers schetst hij via een QR-code een portret van het leven van elke gevallen held op het kerkhof. “
Een mens wordt er stil van als je de hoeveelheid vlaggen ziet wapperen in de wind. Een mens wordt er nederig en stil van. En het ergste moest nog komen, want we brengen ook een bezoek aan The Faith and Hope Valley, een indrukwekkende rij foto’s van de 120 vermisten die de stad nog kent. Uit respect brengen we hun gezichten niet in beeld. Eén foto mag ik maken van een jongeman die twee jaar krijgsgevangen was en één van de militairen was bij de laatste uitwisselingen. Hij overleefde twee jaar de hel. En een beeld spreekt meer dan duizend woorden, en ook mijn hart breekt als een oude dame hartverscheurend huilend neerknielt aan één van de foto’s. Haar zoon of kleinzoon? Het is een beeld dat voor de rest van mijn leven op mijn netvlies staat gebrand. De burgemeester van Kalush biedt haar een troostende hand op de schouder. Wij blijven wezenloos op afstand staan. Het moet ondraaglijk zijn om in zoveel onwetendheid te leven. Hopelijk voor haar komt de jongeman ooit nog thuis. Kalush eert en helpt zijn helden en veteranen.
Maar Kalush eert ook zijn helden op de Heroes’ Alley met honderden portretten van de gevallen helden in het centrum van de stad. En er zijn ook organisaties zoals die van Vasylyna Pereguda die vlak buiten de stad het revalidatiecentrum 4.5.0. uit de grond stampt. De militaire code voor een veilige situatie. Helaas sneuvelde haar man Oleg in de strijd, maar zij zet zijn droom, hulp aan gewonde veteranen, onverminderd verder. Je kan er alleen maar respectvol het hoofd voor buigen. Vandaag helpen ze militairen in revalidatie en gezinnen met de verwerking van hun trauma’s. Rond de site staan honderden jonge eiken aangeplant. Geen geboortebos, maar een bos voor gesneuvelde helden.
Of het werk van Viktor, ooit één van de straffe mannen van een antiterreurbrigade in de strijd tegen Rusland sinds 2014. Ook hij richtte een centrum voor veteranen op in de stad. Ze helpen hen in hun rechten maar eveneens in het begraven van nieuwe slachtoffers. Net als een ngo die instaat voor het mentaal welzijn van veteranen en gezinnen. “Ons volk zalnooit buigen voor de agressie van Rusland”, klinkt het ’s avonds vastberaden aan de maaltijd die burgemeester Andrii ons aanbood. Ook na de zesde toast op de helden, de vrouwen en de bewoners van de fiere natie Oekraïne. Egbert Lachaert keert huiswaarts met een geel-blauwe vlag die wapperde aan het front en die een prominente plaats krijgt op het gemeentehuis van Merelbeke-Melle.
Bron: HLN - Didier Verbaere