Het aanleggen van een aardgasnetwerk is een kerntaak van de distributienetbeheerder (DNB). Bij een nieuwe verkaveling beslist de gemeente, die de vergunning verleent, over de opportuniteit en beslist of moet voorzien worden in een aardgasnetwerk.  De distributienetbeheerder adviseert en voert later dan de werken uit. Voor de uitvoering van deze werken worden vastgestelde bedragen aangerekend aan de initiatiefnemer, namelijk de projectontwikkelaar.

In nieuwe verkavelingen moet niet langer automatisch een aardgasnetwerk voorzien worden. Dat kan een bewuste keuze zijn van de projectontwikkelaar van woningen of appartementen, omdat men doelbewust inzet op hernieuwbare energie zoals een warmtepomp of warmtenet. Maar de gemeente beslist bij de vergunning.  De gemeente kan zo beslissen om er geen te voorzien. Het zou dan logisch zijn dat dan geen kosten worden aangerekend. Maar niets is minder waar. Uit de praktijk stellen we vast dat de DNB’s toch een capaciteitstoeslag aan de projectontwikkelaar aanrekenen als er meerdere woonheden worden gebouwd op 1 perceel. Zelfs als er geen aansluiting nodig en gevraagd is, betaalt men (lees : de projectontwikkelaar) dus toch een toeslag voor aardgas.

De DNB’s willen daarmee vermijden dat ze in de toekomst alsnog moeten instaan voor een gasnetwerk. Mocht immers blijken dat de inwoners in een later stadium toch een gasaansluiting wensen, kan de projectontwikkelaar daarvoor niet meer worden aangesproken. Draagt het DNB de kosten.

Als de gemeente en de projectontwikkelaar er doelbewust voor kiezen om geen gasnetwerk aan te leggen, moet dat ook zo gecommuniceerd worden aan de toekomstige eigenaars, en eventueel dan opgenomen worden in de lokale voorschriften’, gaf ik nog aan in de commissie.

De minister zal onderzoeken hoe hij dit kan oplossen.

Onderwerpen