Ondernemers verwijten politici geregeld een overvloed aan regels en gebrek aan voeling met het bedrijfsleven. Toch wagen ze zich zelden zelf aan de nationale politiek. En als ze het doen, haken ze meestal snel af.

Praat met ondernemers en het ongenoegen over de politiek gutst er vaak uit. Dat er niet efficiënt genoeg bestuurd wordt, dat de overheid te vet is en er meer bedrijfscultuur in het parlement moet komen. Toch zetten weinigen de stap naar de nationale politiek: als we advocaten buiten beschouwing laten, is het aantal ondernemers in de Kamer of het Vlaams Parlement op twee handen te tellen. En velen haken snel weer af, veelal gedesillusioneerd omdat ze te weinig konden veranderen.

Toch duikt bij elke verkiezing wel een nieuwe grote naam uit het bedrijfsleven op. Of gaat het, zoals bij de West-Vlaamse zakenman Ivan Sabbe, die de supermarktketen Lidl in België groot maakte en onder meer eigenaar was van de visgroothandel Océan Marée, om een comeback. Hij probeert bij de verkiezingen van 9 juni een zetel te veroveren voor Voor U, de politieke beweging rond ex-Open VLD-politica Els Ampe. Eerder zat hij voor Lijst Dedecker in het Vlaams Parlement.

Sabbe profileert zich op de typische ondernemersthema's. Zijn campagne is een pleidooi voor minder overheid, minder ambtenaren en minder werkloosheid. 'Er moet een eind komen aan het 'waterhoofd' van administratieve structuren en regulitis', vindt hij. 'De meeste politici hebben zelden zelf een btw-aangifte gedaan. Ze beseffen niet wat hun regels in de praktijk betekenen.'

In Vlaams-Brabant voert ondernemer Michael Verschueren, die op de Open VLD-lijst voor de Kamer een onverkiesbare plaats heeft, campagne voor flexibeler regels rond arbeid, lagere belasting op overuren en meer innovatie. Maatregelen waar het bedrijfsleven volgens hem naar snakt. Ook de Limburgse CEO van het biovoedingsbedrijf Damhert Grete Remen barstte in 2014 van de ambitie om het via de N-VA op te nemen voor de kmo's. 'Niemand vertolkte die stem, dus wilde ik er vol voor gaan.'

Ontgoocheling

Vijf jaar later was de ontgoocheling groot. Remen stopte met de politiek. 'Ik voel geen rancune, maar ben wel teleurgesteld', zegt ze. 'Eenmaal verkozen moest ik me in het parlement vaak inhouden. Als een voorstel me niet lekker zat, vertrok ik bij de stemming naar de wc om maar niet tegen te stemmen. De partij verwacht nu eenmaal dat je je houdt aan de partijlijn. Je mag niet kritisch zijn, want dan ben je geen teamspeler. Dat het systeem zo in elkaar zit, vind ik nog altijd jammer. De stemmingen zouden beter geheim zijn.'

Unizo bracht afgelopen zomer in kaart hoeveel ondernemers het bedrijfsleven combineren met een lokaal mandaat als burgemeester, schepen of voorzitter van de gemeenteraad. Die analyse wijst uit dat zelfstandigen in de lokale politiek goed vertegenwoordigd zijn: in ruim acht op de tien Vlaamse gemeentebesturen (83%) zit minstens één ondernemer. Van alle lokale mandatarissen onderneemt bijna een kwart (23,2%). Een kanttekening: bijna een op de vijf ondernemende mandatarissen komt uit de advocatuur. Pas daarna komen categorieën detailhandel, groothandel en persoonlijke diensten (18,8%) en de bank- en zakenwereld (16,2%).

Bovenlokaal is de participatie beperkter. Politicoloog Herwig Reynaert bevestigt het beeld dat ondernemers op de hogere politieke niveaus vaak afhaken. 'In de gemeentepolitiek valt dat mee. De lokale politiek laat toe sneller concrete maatregelen te verwezenlijken. Maar in de hogere echelons is het een traject van lange adem.' Het zou nochtans goed zijn als meer diverse profielen een politiek mandaat zouden opnemen, vindt hij. 'Zij brengen een specifieke expertise en invalshoek in het debat.'

Het schrikbeeld van een trage, inefficiënte en onbuigzame politiek remt het engagement. 'We hebben gemerkt dat ondernemers op drempels botsen. In het bedrijfsleven gaat alles veel sneller', zegt Patrick Buteneers van Unizo Limburg, dat in de aanloop naar de verkiezingen een project lanceerde om zelfstandigen warm te maken voor de politiek en hen beter voor te bereiden. 'Politieke partijen geven zelf ook aan dat ondernemers niet altijd met de juiste verwachtingen beginnen. Het gevaar is dat ondernemers gefrustreerd raken en het niet lang uithouden.'

Unizo raadt ondernemers daarom aan de politiek te combineren met het bedrijfsleven. 'Ons advies is taken te delegeren, maar wel actief te blijven', aldus Buteneers. 'Dan kan je altijd terug en behoud je de link tussen het dagelijkse werk van een ondernemer en het beleid.'

Commerciële gevolgen

Werk, politiek en privéleven combineren is geen evidentie. Zeker voor jonge ondernemers met een startend bedrijf dat nog de volledige aandacht vraagt om verder te groeien. Christian Leysen, Kamerlid voor Open VLD, wachtte na een passage in de gemeentepolitiek in zijn jonge jaren tot het einde van zijn loopbaan voor hij de politiek opnieuw een kans gaf. 'Dat is volgens mij de geschiktste periode om het te doen. Je hebt dan al een beetje meer geduld en de kinderen zijn het huis uit.'

Een politieke outing kan voor bedrijfsleiders ook commerciële gevolgen hebben, weet Andries Gryffroy (N-VA), een Oost-Vlaamse ingenieur en energiespecialist, die een consultancybureau runde: 'Ik heb klanten verloren en gewonnen door politiek kleur te bekennen. Niet alleen vanwege de partij, ook omdat klanten vreesden dat ik minder tijd voor ze ging kunnen maken.'

'Je moet bereid zijn in te boeten aan inkomsten. De tijd die je aan politiek besteedt, is niet meteen van zakelijk belang, maar je zet je wel in voor een maatschappelijk doel', zegt Sabbe. Gryffroy besloot uiteindelijk zijn hoofdactiviteit te verkopen toen hij in 2014 Vlaams Parlementslid werd. 'Dat was geen gemakkelijke beslissing, zeker omdat mijn vrouw mee in het bedrijf zat. Zij moest ander werk zoeken.'

Deontologische overwegingen speelden ook mee in die keuze. 'Mijn bedrijf deed consultancy rond energie en energie-efficiëntie. Het was logisch dat ik die expertise zou aanwenden in de politiek. Je kan proberen dat zo gescheiden mogelijk te houden, maar je riskeert altijd de perceptie dat je uit eigenbelang accenten probeert te leggen in de wetgeving. Ik denk dat je daar in de lokale politiek nog beter voor moet opletten.'

De strijd tegen het logge, soms onbuigzame politieke systeem is er een bergop, waar sommige ondernemers moeilijk in aarden. Leysen: 'Je moet een evenwicht vinden tussen teamplay en onafhankelijkheid. Ik heb die balans voor mezelf gevonden. Doordat ik maar één mandaat doe, zit ik niet in de dwangbuis van de komende verkiezingen.'

Ook Gryffroy herkent de valkuil van de logge besluitvorming 'Zoals veel ondernemers maakte ik de fout om te snel dingen te willen veranderen. Inmiddels weet ik dat je in de politiek de zaken niet kan forceren. Nu ik langer politiek actief ben, merk ik dat het bedrijfsleven en de politiek eigenlijk helemaal niet zoveel van elkaar verschillen. Als ondernemer moest ik ook constant bemiddelen tussen personeel, klanten en leveranciers. Dat is in het parlement niet zoveel anders.'

Voor Gryffroy is de politieke deelname van ondernemers een goede zaak. 'De essentie is dat politici voeling houden met het bedrijfsleven. Niet elke ondernemer hoeft zelf de politiek in. Ook initiatieven zoals de bedrijfsstages van Voka en Unizo brengen de twee werelden dichter bij elkaar.'

Uiteindelijk hebben de meesten toch het gevoel dat ze iets wezenlijks konden bijdragen. Sabbe verwijst naar verwezenlijkingen in het West-Vlaamse Schipdonkdossier. Leysen kijkt trots terug op zijn voorzitterschap van de commissie Energie en Klimaat, Gryffroy op de uitwerking van het energie-efficiëntiebeleid. Zelfs Remen houdt er positieve ervaringen aan over. 'Ik kreeg een inkijk in een heel andere wereld en kijk met veel respect naar een aantal politici en ministers, vooral de vrouwen. Ik weet nu hoe hard zij werken.'

BRON: DE TIJD - Stéphanie Romans